- Home
- /
- Niet gecategoriseerd
- /
- Factsheet Ganzenbeheer – Afschot
Factsheet
ganzenbeheer
Afschot
INVLOED PARTNERBAND EN REPRODUCTIE
Het reproductiesucces van ganzen lijkt ook gerelateerd te zijn aan de partnersituatie. Zo heeft een studie over brandganzen aangetoond dat koppels brandganzen die voor een langere tijd samen zijn meer nakomelingen produceren (Black, 2001). Forslund & Larsson (1991) heeft aangetoond dat partnerruil bij brandganzen leidde tot een vermindering van het voortplantingssucces en dus partnerbehoud voordelig is.
Of de lagere voortplantingssucces bij nieuwe partners komt door de minder sterke partnerband of door minder levenservaring van de nieuwe partner of een combinatie hiervan is niet geheel duidelijk. (Forslund & Larsson, 1991, Nilsson & Persson, 2001).

Het voortplantingssucces van nieuwe paren lijkt te stijgen met een langere duur van de partnerband. Uit onderzoek bleek dat vijf maanden voldoende is voor het opbouwen v n een partnerband die sterk genoeg is om tenminste één kuiken groot te brengen. Om een maximale verlaging van broedsucces te bereiken, moet de afschot in de winter of in het voorjaar plaatsvinden. Bij het doden van partners in de zomer of herfst hebben de ganzen al succesvol gebroed en te veel tijd om weer een partnerband op te bouwen tot het volgende broedseizoen (Nilsson & Persson, 2001).
Het verstoren van partnerbanden door afschot van ten minste één individu van een ganzenpaar resulteert erin dat de reproductie tenminste voor één broedseizoen kan worden voorkomen. Daarnaast kan de reproductie in de volgende jaren mogelijk verlaagd worden als het afschot in de juiste periode plaatsvindt.
afschot koppelvormers
Door het gedrag van koppelvormende ganzen is het makkelijker te herkennen dat ganzen adult zijn en zich in het actuele jaar gaan reproduceren. Dit kan het eenvoudiger maken om de juiste leeftijdsklasse te beheren (Hüsken & de Nijs, 2022). Niettemin vraagt het herkennen van koppels kennis van gedragspatronen en dit is bijvoorbeeld bij vliegende ganzen een uitdaging.

De meest effectieve tijd om te beginnen met beheren is in het vroege voorjaar ·uanuarifebruari), vlak voor de broedperiode. Omdat in de regel niet-broedende ganzen vrijgekomen broedplaatsen later in het broedseizoen opvullen (rond april), is het belangrijk om afschot van koppelvormers niet alleen in het begin van het broedseizoen uit te voerén. Om andere soorten in broedgebieden zo min mogelijk te verstoren zou de focus gelegd kunnen worden op beheer in foerageergebieden in plaats van broedgebieden. In foerageergebieden is koppelvormend gedrag ook te herkennen.
AFSCHOT BROEDENDE GANZEN OP HET NEST
Intensief beheer in een gebied kan ervoor zorgen dat volwassen ganzen een gebied gaan vermijden en er vooral jonge onervaren ganzen aanwezig zijn. Door generiek afschot in broedgebieden (niet op het nest) is over de tijd dus de kans op het neerschieten van jonge ganzen vele malen groter dan het doden van voortplantende ganzen (van Eerbeek, 2013). Door afschot op het nest blijft het ook bij een verandering van leeftijdsamenstelling in een gebied mogelijk vooral de voortplantende ganzen effectief te beheren.
Ook bij deze aanpak is op te merken dat vrijgekomen nestlocaties weer kunnen worden opgevuld door niet-broedende ganzen. Een jaarlijkse uitvoering gedurende de hele broed periode is dus cruciaal voor effectief beheer (Voslamber et al. 2004).
Gezien dierenwelzijn kan afschot op het nest het dierenleed bij dodelijk beheer verminderen doordat de jager vanaf een kleinere afstand kan schieten en zo de kans op een dodelijk schot vergoot. Dit zou het aantal verwonde dieren kunnen verminderen.
Daarentegen is de regulatie van verstoring in broedgebieden bij afschot op het nest moeilijker omdat het beheer in broedgebieden moet worden uitgevoerd wat vaak ook natuurgebieden zijn. Ganzen zijn koloniebroeders wat het wel weer makkelijker maakt een groter aantal ganzen te beheren in een relatief klein gebied. Helaas kan het beheren van ganzen op het nest er ook toe leiden dat ganzen na verloop van tijd hun nesten beter verbergen, waardoor de benodigde inspanning en verstoring in natuurgebieden kan stijgen. Deze complexiteit maakt het inschatten van de mate van verstoring moeilijk.

OVERZICHT

CONCLUSIE
Efficiënt beheer van reproducerende ganzen lijkt effectiever dan generiek afschot. Door te richten op koppelvormende of broedende ganzen kan het populatiegroeipatroon beter worden beïnvloed, paarbanden worden verstoord en er wordt voorkomen dat broedparen jongen grootbrengen.
Kritiek op deze aanpak is dat vrijgekomen broedplekken mogelijk door jongere, nietbroedende ganzen worden ingenomen, waardoor reproductie niet wordt beperkt. Continuïteit en hoge inzet gedurende het broedseizoen over de jaren lijkt cruciaal voor deze methodieken. Als een eliminatie van reserve-broeders in de loop der tijd mogelijk is kan dit probleem mogelijk worden oplost, waardoor het aantal dieren dat in de toekomst moet worden verwijderd afneemt. Welke mate van intensiteit hier nodig is en of deze dan real istisch is om uit te voeren is op dit moment moeilijk in te schatten omdat er niet voldoende onderzoek is gedaan. In de literatuur is weinig te vinden over deze methodieken van dodelijk beheer. Dit geldt in bijzondere mate voor afschot op het nest. Hierdoor is een op feiten gebaseerde vergelijking van deze methodieken lastig. Om harde conclusies te kunnen trekken over de effectiviteit van deze methodieken is dus meer onderzoek nodig.
Gebaseerd op de beschikbare informatie lijkt afschot op het nest de meest effectieve keuze voor dodelijk beheer te zijn. Hoewel hier een cruciaal probleem is dat er op ethisch vlak kritisch naar wordt gekeken door het publiek en jagers. Dit roept de • • vraag op of deze methodiek in de praktijk met de benodigde intensiteit gerealiseerd kan worden.
LITERATUUR
- Baveco, J. M. , Kleijn , D., de Lange, H. J., Lammertsma. D. R .. Vos/amber, 8. , & Me/man, T. C. (2013). Populatiemode/ voor de Grauwe gans: enkele scenarioberekeningen voor aantalsregulatie (No. 2445). Alterra.
- Black, J. M. (2001). Fitness consequences of long-term pair bands in barnacle geese: monogamy in the extreme. Behavioral Ecology, 12(5), 640-645.
- Forslund, P .. & Larsson, K. (1991). The effect of mate change and new partner’s age on reproductive success in the barnacle goose, Branta leucopsis . Behavioral Eco/ogy, 2(2). 116-122.
- Hüsken, K .. & de Nijs , N. Referentienummer: NL22-648800269-23902 Versie : D1 .
- Kleijn, D .. van Riel, M. C., & Me/man . T. C. P. (2012) . Pilot onderzoek Grauwe ganzen op Texel : effectiviteit van beheersmaatregelen en ontwikkelingen in landbouw- en natuurschade (No. 2307). Alterra. Wageningen-UR .
- Kleijn, D., Baveco , J. M., Vos/amber, 8., de Lange, H. J. , & Me/man, T. C. P. (2011). Populatiedynamisch model voor grauwe ganzen : ontwikkeling model ten behoeve van aantalregulering (No . 2234). Alterra, Wageningen-UR.
- Klok . C., van Turnhout. C .. Willems . F., Vos/amber, 8. , Ebbinge, 8 ., & Schekkerman, H. (2010). Analysis of population development and effectiveness of management in resident greylag geese Anser anser in the Netherlands . Anima/ Biology, 60( 4), 373-393.
- Nilsson, L., & Persson, H. (2001) . Change of mate in a Greylag Goose Anser anser population : effects of timing on reproductive success. Wildfowl, 52(52). 31-40.
- Van Der Jeugd h.P., Vos/amber b .. Van Turnhout C. , Sierdsema h. Feige n., Nienhuis J. & Koffijberg K. 2006. 0verzomerende ganzen in Nederland: grenzen aan de groei? Sovononderzoeksrapport 2006/02. Sovon Vage/onderzoek Nederland, Beek-Ubbergen .
- van Eerbeek, J. (2013). Effectivity of Dutch Goose management during the breeding season (Doctoral dissertation, Master thesis anima/ eco/ogy & evolution , University of Groningen. (The Netherlands) .
- van Turnhout, C., Klok , C. , Willems , F .. Ebbinge , 8., Vos/amber, B. , & Schekkerman, H. (2010). Analysis of population development and effectiveness of management in resident grey/ag geese Anser anser in the Netherlands Anima/ Biology, 60( 4). 373-393. j
- Vos/amber, B .. Van Turnhout , C .. Willems . F .. & Nederland, S. V. (2004). Effecten van aantalsregulatie op overzomerende Grauwe Ganzen. S0VON Vage/onderzoek Nederland. Beek-Ubbergen .
Versie 2023