- Home
- /
- Factsheets
- /
- Factsheet Ganzenbeheer – Nestreductie
Factsheet
ganzenbeheer
Nestreductie
Het schudden, doorprikken, vernietigen en behandelen van eieren met olie is in Nederland gedurende lange tijd veelvuldig toegepast in pogingen populaties van ongewenste soorten als ganzen en meeuwen laag te houden.
BROEDBIOLOGIE GRAUWE GANS
(ANSER ANSER)
Grauwe ganzen zijn in hoge mate trouw aan hun partner en broed- gebied. Eieren worden ongeveer om de 24 uur gelegd en het vrouwtje begint met broeden als het laatste ei gelegd is. Jongen zijn na 56-69 dagen vliegvlug en blijven vaak tot aan het eind van de winter bij de ouders. Grauwe ganzen kunnen theoretisch ruim 20 jaar oud worden, in de realiteit gebeurt dit niet vaak maar toch praat je over een langlevende soort. Bij de grauwe gans is de jaarlijkse overleving van adulte dieren over het algemeen hoog, waardoor de jaarlijkse reproductie een relatief klein effect heeft.
Een grauwe ganzenpaar hoeft, om de populatie op peil te houden, zichzelf immers alleen maar te vervangen. Een paartje moet er in hun hele leven dus voor zorgen minimaal twee jongen tot volwassen gans groot te brengen.

BROEDBIOLOGIE GRAUWE GANS (ANSER ANSER)

methodieken evaluatie

Maatregelen door welke het nest ongewijzigd blijft hebben het voordeel dat de broedende gans minder vaak en snel het nest verlaat en een nieuwe broedpoging start. Voor deze maatregelen in het bijzonder geldt dat ze zeer zorgvuldig dienen te worden toegepast om het daadwerkelijk uitkomen van de eieren te voorkomen en zelfs dan is geconstateerd dat een kleine hoeveelheid eieren toch uitkomt. Het vernietigen van eieren of nesten is minder arbeidsintensief maar heeft als nadeel dat het nest wordt verlaten als er geen (hele) eieren achterblijven en het vrouwtje, afhankelijk van de fase waarin het vernietigen plaatsvindt en de hoeveelheid lichaamsreserves die ze over heeft, opnieuw een legsel kan produceren.
methodieken evaluatie


BEHANDELDE EIEREN GRAUWE GANS PROVINCIE UTRECHT 2017 – 2022
UITDAGING GEGEVENS
Het blijkt dat in de praktijk de rapportage regelmatig gebrekkig is of in het geheel niet plaatsvindt. Ook is er nog ruimte om de standaardisatie in de rapportage te verhogen. Het komt voor dat verschillende instanties verschillende cijfers uit hetzelfde gebied en jaar hanteren. Omdat de effectiviteit van de intensiteit afhangt, is het essentieel dat deze gegevens van hoge kwaliteit zijn. Deze onzekerheden bemoeilijken vooral ook het onderzoek naar de effectiviteit van deze maatregelen.

centrale uitspraken literatuur
- Gezien de biologie van de gans (bijv. levensduur, overlevingskansen, broedhabitat) lijkt reproductieregulatie door nestreductie niet de meest effectieve strategie te zijn.
- In een natuurlijke situatie is er een hoge natuurlijke sterfelijkheid van kuikens en eieren. Het aantal beheerde eieren moet boven deze natuurlijke reductie liggen om een effect te kunnen hebben.
- De meeste maatregelen laten een trade-off zien tussen een grote kans van een tweede broedpoging bij vernietigen van eieren en een percentage eieren dat toch uitkomt bij minder extreme maatregelen (schudden, prikken, olie) of het overlaten van onbehandelde eieren.
- Er lijkt een behoorlijk hoog percentage eieren/nesten te moeten worden behandelt (~70% van de nesten) om een invloed op de populatie 4 te kunnen bereiken.
- Om de benodigde intensiteit te bereiken, is afhankelijk van de omgeving en populatie een hoge inzet nodig en zijn hoge kosten te verwachten. Het beheer moet jarenlang zorgvuldig en met dezelfde hoge inspanning worden uitgevoerd.
Conclusie literatuur
In theorie lijkt nestbehandeling een mogelijkheid om ganzenpopulaties te reguleren. Modelleringen en een veeltal praktijkprojecten hebben helaas laten zien dat alleen met enorme en constante beheersintensiteit een effect te bereiken is. Zodra de intensiteit verlaagd wordt of het beheer stopt, verdwijnt het effect binnen een korte tijd. Voor overzichtelijke gebieden met kleine populaties, zoals stadsparken, zou nestreductie kunnen helpen deelpopulaties te reguleren. Voor grote populaties of onoverzichtelijke terreinen, zoals natuurgebieden, lijkt nestreductie niet geschikt. De benodigde mankracht is enorm en de benodigde continuïteit van inzet kan, door systemen gebaseerd op vrijwilligers vaak niet gewaarborgd worden. Voor grootschalige populatiereductie lijkt nestreductie geen geschikte aanpak te zijn.

gebruikte literatuur
Schekkerman, H., Klok, T. C., Voslamber, B., Van Turnhout, C., Willems, F., & Ebbinge, B. S. (2000).Overzomerende grauwe ganzen in het noordelijk Deltagebied: een modelmatige benadering van de aantalontwikkeling bij verschillende beheersscenario's (No. 139). Alterra.
Soort
Grauwegans
Omgeving
Noordelijke Deltagebied, Nederland
Methodiek
Modellering
Oordeel
- Jaarlijks rapen van 10% van de eieren heeft een gering effectop de populatiegroeisnelheid
- 70% van de nesten beheerd en twee eieren onbehandeldlaten heeft een duidelijk effect (bij lager percentages daaltook de effectiviteit).
- Jaarlijks grote investering van tijd en menskracht nodig
- Zoeken naar nesten verstoort ander soorten & vegetatie
- Rapen volledige nesten verhoogt percentage geraapte eierenmaar een deel van de paren zal een vervolglegsel beginnen
van Turnhout, C., Klok, C., Willems, F., Ebbinge, B., Voslamber, B., & Schekkerman, H. (2010). Analysis of population development and effectiveness of management in resident greylag geese Anser anser in the Netherlands. Animal Biology, 60(4), 373-393.
Soort
Grauwegans
Omgeving
Nederland
Methodiek
Modellering
Oordeel
- Effectiviteit van afschot is groter dan nestreductie
- Min 70% van de eieren moeten worden gevonden en dat is tijdrovend en duur
Van Der Jeugd h.P. , Voslamber b., Van Turnhout C., Sierdsema h. Feige n., NienhuiS J. & Koffijberg K. 2006.Overzomerende ganzen in Nederland: grenzen aan de groei? Sovon-onderzoeksrapport 2006/02. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
Soort
Standganzen
Omgeving
Nederland / Europa
Methodiek
Literatuur-review
Oordeel
- Dichtheidsafhankelijke regulatie = het totale aantal jongen dat overleeft tot de leeftijd waarop gebroed kan worden min of meer constant is
- Naturlijk slagen minder dan 10% van de paren in jongen groot tebrengen
- Worden 90% van alle eieren beheerd, of komen ze op anderewijze niet uit, zijn de overige 10% voldoende om de productie aan vliegvlugge jongen op peil te houden.
- Zelfs wanneer alle nesten worden gevonden, hetgeen een enorme inspanning zal kosten, dient dit volgehouden te worden totdat de laatste volwassen gans is overleden (en bij een gemiddelde overleving van 95% is dat 14 jaar).
- Elk jaar waarin de inspanning minder dan maximaal is zal in een klap het werk van alle voorgaande jaren teniet doen
- Het kan geconcludeerd worden dat het onklaar maken vaneieren in grote populaties ganzen niet effectief is
- Het onklaar maken van nesten is mogelijk wel effectief in zeer kleine, overzichtelijke en net beginnende populaties waar hetovergrote deel van de nesten kan worden gevonden. Herhaalde, intensieve actie kan hier na enkele jaren mogelijk de populatieop een laag niveau brengen. Dit zou met name geschikt zijn wanneer gecombineerd met andere maatregelen.
Kleijn, D., Baveco, J. M., Voslamber, B., de Lange, H. J., & Melman, T. C. P. (2011). Populatie-dynamisch model voor grauwe ganzen: ontwikkeling model ten behoeve van aantal regulering (No. 2234). Alterra, Wageningen-UR.
Soort
Grauwe gans
Omgeving
Nederland
Methodiek
Modellering
Oordeel
- Het op landelijke schaal onklaar maken van eieren heeft geen effect op het berekende aantal broedpaar Grauwe ganzen = onklaar maken van eieren had geen effect op de groeisnelheid van broedpopulaties Grauwe ganzen
- Het onklaar maken van eieren heeft effecten op het aantal niet-broedende Grauwe ganzen en daarmee het totaal aantal Grauwe ganzen
- Het consequent jaarlijks onklaar maken van eieren (in 40% van de gebieden met een effectiviteit van 64% eieren) leidt tot een berekende stabiele populatieomvang die 22% lager is dan zonder beheersmaatregelen
Fernandez-Duque, F., Bailey, R., & Bonter, D. (2019). Egg oiling as an effective management technique for limiting reproduction in an invasive passerine. Avian Conservation and Ecology, 14(2).
Soort
Canadese gans
Omgeving
Quebec,Canada (Natuurgebied)
Methodiek
Veld -experiment
Oordeel
- Behandeling van eieren met olie voorkomt het vroegtijdig verlaten van het nest & alleen een klein gedeelt van de broedparen heeft opnieuw gebroed
- Als het nest vernietigd wordt was de kans groter dat ganzen de regio verlaten en elders opnieuw broeden
- Broedsucces was verminderd tijdens de jaren van beheer maar om een effect op de populatiegroei te hebben moet het beheer iedere jaar intensief worden uitgevoerd.
Calladine, J. R., Park, K. J., Thompson, K., & Wernham, C. V. (2006). Review of urban gulls and their management in Scotland. A report to the Scottish Executive. Edinburgh, 115.
Soort
Zeemeeuwen
Omgeving
Worldwide
Methodiek
Literatuurreview
Oordeel
- Meeuwen zijn relatief lang levende vogelsoorten, met geschatte jaarlijkse overlevingspercentages van 80-91%, afhankelijk van de soort.
- Dus afgezien van een mogelijk afschrikkend effect veroorzaakt door verstoring van broedkolonies, maken de lange levensduur van volwassen vogels en de periode van 2 tot 4 jaar voordat ze gaan broeden, de controle door nestreductie een langdurig proces
- Het verschil in respons tussen soorten kan door verschillen inmobiliteit veroorzaakt worden
- Persistente en langdurige bestrijdingsmaatregelen om het broedsucces te beperken kunnen mogelijk effectief zijn voor sommige locaties en soorten, maar de effectiviteit hangt waarschijnlijk af van verschillende factoren, met name de keuze van een effectieve behandelingsmethode, grondige controle (behandeling van een groot deel van de nesten) en lage immigratieniveaus vanuit andere productieve kolonies.
Stahl, J., van den Bremer, L., Schekkerman, H., de Boer, V., & Voslamber, B. (2013). Beheer van zomerganzen in de Provincie Utrecht. SOVON-rapport, 28, 1-70.
Soort
Standganzen
Omgeving
Provincie Utrecht
Methodiek
Literatuurreview/modellering
Oordeel
- Ganzen zijn langlevende dieren met een relatief lage sterftekans als volwassen vogel = Een gans moet alleen een jong groot brengen tot een volwassen vogel om ‘zichzelf’ in de populatie te vervangen
- Natuurlijke situatie: Groot deel van de eieren komt niet uit/groot deel van de jongen sterft voordat ze vliegvlug zijn & jongensterfte is dichtheidsafhankelijk = reductie in het aantal vliegvlug wordende jongen (veel) kleiner dan het aantal behandelde eieren
- Maatregelen die de reproductie omlaag brengen in het algemeen weinig effectief om te populatiegroei om te buigen in afname
- Uitvoering van deze maatregelen vergt een grote inspanning, ze moeten over jarenlang met dezelfde inspanning worden volgehouden. In de praktijk blijkt dit zeer moeilijk, zo niet onmogelijk.
- Alleen in lokale, net beginnende en relatief kleine populaties aan te raden
Fernandez-Duque, F., Bailey, R., & Bonter, D. (2019). Egg oiling as an effective management technique for limiting reproduction in an invasive passerine. Avian Conservation and Ecology, 14(2).
Soort
Huismus
Omgeving
North america
Methodiek
Veldexperiment
Oordeel
- Het aanbrengen van plantaardige olie op de behandelde eieren was 100% effectief in het voorkomen dat de eieren zouden uitkomen en dus ook dat de jongen zouden uitvliegen.
- De adulten in de behandelde groep broedden hun eieren bijna twee keer zo lang uit als de adulten in de controlegroepen, waardoor ze later in het seizoen minder kans hadden om meer legsels te produceren.